Hoe een informant 15.000 euro van de politie binnensleepte in de cold case Tonny ter Horst
Om de verdachten in de cold case van de in 2000 doodgeschoten Tonny ter Horst in Terborg op het spoor te komen, maakte de politie gebruik van ‘een burger’ als informant. De beloning voor die ‘burger’ kwam in twee delen.
Op 6 februari 2024 is er een overeenkomst gesloten tussen de burger en het Openbaar Ministerie, staat in een document van de politie Oost-Nederland dat in handen is gekomen van De Gelderlander. Daaruit blijkt dat de burger ‘bijstand zal verlenen aan het stelselmatig inwinnen van informatie met ingang van 7 februari voor de duur van drie maanden’. Al zijn communicatie wordt opgenomen en beluisterd, zo staat in het document.
Het is de bedoeling dat hij of zij informatie inwint ‘met betrekking tot de gewelddadige dood van Tonny ter Horst op 9 oktober 2000’. Die werd doodgeschoten nadat twee mannen in Terborg thuisdealer Toon Kup hadden beschoten. Op hun vlucht komen ze Ter Horst tegen en ook hij wordt beschoten. Kup overleeft, Ter Horst niet.
Om die informatie te krijgen, moet de burger contacten leggen en onderhouden met de verdachte. Die verdachte is een 50-jarige Doetinchemmer. Deze man is in 2001 in eerste instantie samen met een tweede verdachte veroordeeld voor de aanslag op Kup. In hoger beroep is hij vrijgesproken.
5000 euro voor verklaringen
‘De burger‘ moet ook contact leggen met een tweede verdachte, uit Didam. Al eerder, zo blijkt uit het document, heeft deze burger een verklaring afgelegd, maar of dat over alle twee de verdachten of slechts één van hen gaat, wordt niet duidelijk. Hoe dan ook: voor die verklaringen keert het OM 5000 euro uit.
Op 9 april van dit jaar wordt de 50-jarige Doetinchemmer aangehouden, twee weken later wordt de Didammer (53) opgepakt. Het is onbekend of deze verdachte, net zoals de Doetinchemmer, al eerder in verband is gebracht met deze zaak. De burger krijgt daarvoor nog eens 10.000 euro uitgekeerd. De totale beloning bedraagt 15.000 euro.
‘Informant gaat heimelijk te werk’
Het is niet bekend hoelang deze burger de politie van informatie heeft voorzien. De overeenkomst had een duur van drie maanden, maar het is aannemelijk dat de informatievoorziening eerder is gestopt. Op 19 maart van dit jaar was er een live uitzending van Opsporing Verzocht in Terborg. Toen maakte de politie bekend dat er nieuwe informatie was binnengekomen. Op 9 april volgde de eerste arrestatie.
Het Openbaar Ministerie en de politie willen niet reageren. Het enige dat het OM kwijt wil is: ‘Een informant in de strikte zin van het woord is een persoon die heimelijk (en dus niet op naam, oftewel anoniem, zijn of haar naam blijft afgeschermd) informatie verstrekt. Zoals er nu staat, heb je het over een getuige/burger die meewerkt aan opsporing.’ De Gelderlander gebruikte in een eerder artikel de term ‘informant’, maar de politie spreekt in het document consequent van ‘burger’.
‘Informatie van burger heeft grotere waarde’
Hoogleraar straf(proces)recht Sven Brinkhoff verduidelijkt het verschil: ,,Een informant wordt aangestuurd door het Team Criminele Inlichtingen (TCI). Die categorie wordt nooit met naam en toenaam genoemd. Dat accepteert een rechter doorgaans ook omdat het in negen van de tien gevallen intelligence, startinformatie dus, is, die niet dient als bewijs.” De informant in deze categorie kan iedereen zijn. Vaak gaat het ook om het eenmalig leveren van informatie.
Een ‘burger’ - die je wat Brinkhoff betreft óók gewoon informant kunt noemen- wordt wél met naam en toenaam genoemd. Er wordt ook een overeenkomst afgesloten. ,,Dit type informant wordt gebruikt om bewijs te verzamelen. Deze informant is veel controleerbaarder en heeft een veel grotere waarde in een strafzaak. Die informant kan ook door de verdediging worden opgeroepen.”
De burgerinformant levert stelselmatig informatie, aldus Brinkhoff. Die term staat inderdaad ook letterlijk in het document van de politie.
Volgens de hoogleraar komt de eerste categorie informanten -dus van de TCI- veel vaker voor dan de tweede. ,,Voor die tweede categorie kijkt de politie vaak in het netwerk van zo’n verdachte met wie ze zou willen samenwerken. Je kijkt dan naar wie er vatbaar voor is. Zeker in zo’n cold case heeft de politie wel een beeld van zo'n netwerk.”
De Gelderlander heeft het politiedocument via bronnen in handen gekregen. De identiteit van de burger wordt erin genoemd en is dus bekend bij de redactie. Om hem of haar te beschermen geven we geen identiteit of andere herleidbare kenmerken prijs.
Bron: De Gelderlander
Om de verdachten in de cold case van de in 2000 doodgeschoten Tonny ter Horst in Terborg op het spoor te komen, maakte de politie gebruik van ‘een burger’ als informant. De beloning voor die ‘burger’ kwam in twee delen.
Op 6 februari 2024 is er een overeenkomst gesloten tussen de burger en het Openbaar Ministerie, staat in een document van de politie Oost-Nederland dat in handen is gekomen van De Gelderlander. Daaruit blijkt dat de burger ‘bijstand zal verlenen aan het stelselmatig inwinnen van informatie met ingang van 7 februari voor de duur van drie maanden’. Al zijn communicatie wordt opgenomen en beluisterd, zo staat in het document.
Het is de bedoeling dat hij of zij informatie inwint ‘met betrekking tot de gewelddadige dood van Tonny ter Horst op 9 oktober 2000’. Die werd doodgeschoten nadat twee mannen in Terborg thuisdealer Toon Kup hadden beschoten. Op hun vlucht komen ze Ter Horst tegen en ook hij wordt beschoten. Kup overleeft, Ter Horst niet.
Om die informatie te krijgen, moet de burger contacten leggen en onderhouden met de verdachte. Die verdachte is een 50-jarige Doetinchemmer. Deze man is in 2001 in eerste instantie samen met een tweede verdachte veroordeeld voor de aanslag op Kup. In hoger beroep is hij vrijgesproken.
5000 euro voor verklaringen
‘De burger‘ moet ook contact leggen met een tweede verdachte, uit Didam. Al eerder, zo blijkt uit het document, heeft deze burger een verklaring afgelegd, maar of dat over alle twee de verdachten of slechts één van hen gaat, wordt niet duidelijk. Hoe dan ook: voor die verklaringen keert het OM 5000 euro uit.
Op 9 april van dit jaar wordt de 50-jarige Doetinchemmer aangehouden, twee weken later wordt de Didammer (53) opgepakt. Het is onbekend of deze verdachte, net zoals de Doetinchemmer, al eerder in verband is gebracht met deze zaak. De burger krijgt daarvoor nog eens 10.000 euro uitgekeerd. De totale beloning bedraagt 15.000 euro.
‘Informant gaat heimelijk te werk’
Het is niet bekend hoelang deze burger de politie van informatie heeft voorzien. De overeenkomst had een duur van drie maanden, maar het is aannemelijk dat de informatievoorziening eerder is gestopt. Op 19 maart van dit jaar was er een live uitzending van Opsporing Verzocht in Terborg. Toen maakte de politie bekend dat er nieuwe informatie was binnengekomen. Op 9 april volgde de eerste arrestatie.
Het Openbaar Ministerie en de politie willen niet reageren. Het enige dat het OM kwijt wil is: ‘Een informant in de strikte zin van het woord is een persoon die heimelijk (en dus niet op naam, oftewel anoniem, zijn of haar naam blijft afgeschermd) informatie verstrekt. Zoals er nu staat, heb je het over een getuige/burger die meewerkt aan opsporing.’ De Gelderlander gebruikte in een eerder artikel de term ‘informant’, maar de politie spreekt in het document consequent van ‘burger’.
‘Informatie van burger heeft grotere waarde’
Hoogleraar straf(proces)recht Sven Brinkhoff verduidelijkt het verschil: ,,Een informant wordt aangestuurd door het Team Criminele Inlichtingen (TCI). Die categorie wordt nooit met naam en toenaam genoemd. Dat accepteert een rechter doorgaans ook omdat het in negen van de tien gevallen intelligence, startinformatie dus, is, die niet dient als bewijs.” De informant in deze categorie kan iedereen zijn. Vaak gaat het ook om het eenmalig leveren van informatie.
Een ‘burger’ - die je wat Brinkhoff betreft óók gewoon informant kunt noemen- wordt wél met naam en toenaam genoemd. Er wordt ook een overeenkomst afgesloten. ,,Dit type informant wordt gebruikt om bewijs te verzamelen. Deze informant is veel controleerbaarder en heeft een veel grotere waarde in een strafzaak. Die informant kan ook door de verdediging worden opgeroepen.”
De burgerinformant levert stelselmatig informatie, aldus Brinkhoff. Die term staat inderdaad ook letterlijk in het document van de politie.
Volgens de hoogleraar komt de eerste categorie informanten -dus van de TCI- veel vaker voor dan de tweede. ,,Voor die tweede categorie kijkt de politie vaak in het netwerk van zo’n verdachte met wie ze zou willen samenwerken. Je kijkt dan naar wie er vatbaar voor is. Zeker in zo’n cold case heeft de politie wel een beeld van zo'n netwerk.”
De Gelderlander heeft het politiedocument via bronnen in handen gekregen. De identiteit van de burger wordt erin genoemd en is dus bekend bij de redactie. Om hem of haar te beschermen geven we geen identiteit of andere herleidbare kenmerken prijs.
Bron: De Gelderlander